Z

Zondag 14/02

Ik merk dat ik een beetje verzadigd begin te raken. Lange dagen met veel input. Mijn harde schijf raakt wat vol. Ben blij dat ik dit dagboek heb bijgehouden. Kan ik als ik thuis ben zelf ook teruglezen wat voor fantastische reis ik eigenlijk maak.

Vandaag reizen we met de trein van Ella naar Hatton. Op het station in Ella wordt alles nog met handwerk gedaan. De seinen, en het vrijgeven van het spoor. Het ziet er allemaal uit als in de tijd van de Britse overheersing, en waarschijnlijk is het ook zo. Deze trein is een kruising tussen lokaal vervoer en toeristische attractie. Daardoor is het wel de vraag wie de bezienswaardigheid is. Wij in de trein of mensen langs het spoor.

Die trein ziet er trouwens verrassend goed uit. Had me ingesteld op veel minder. Het schommelt en rammelt en maakt een hels kabaal in tunnels en op bruggen. Maar we hebben mindere exemplaren zijn rijden.

In Hatton hadden we Rodney en Ruwan al wel verwacht, maar die zijn er nog niet. Dus lopen we de stad in om iets te eten. Er lijken niet veel mogelijkheden, dus eten we iets kleins in een lokaal eethuisje. Rodney geeft aan er over een half uur te zijn, dus lopen we even de stad in. Hatton is helaas een grauwe drukke stad waar niet veel te zien is. Ook hier valt het weer op dat er heel veel winkeltjes zijn die weer allemaal hetzelfde verkopen. Ik blijf dat wonderlijk vinden, maar schijnbaar volstaat het.

De bus is er nog steeds niet, dus wachten we rustig af. We zitten op een trap in een drukke straat en zijn de bezienswaardigheid van de dag. Hier komt zo te zien geen toerist. We worden uitgebreid bekeken en sommigen maken een praatje. Wat meestal niet verder gaat dan ‘where are you from? Holland, aaahh’. Het antwoord China doet het trouwens ook goed.

Rodney belt en de bus blijkt weer radiateurproblemen te hebben. We zoeken drie tuktuks die ons erheen brengen. Da’s nog een flink stuk buiten de stad en al mijn vullingen zitten nu in andere kiezen geloof ik. Een enorme stuiterpartij.

Hiervandaan rijden we door naar ons hotel aan de voet van Adam’s Peak. Een berg waar alle vier de religies, Boeddhisme, Hindoeïsme, Christendom en Islam een heiligdom hebben. Hier gaan mensen uit het hele land naartoe voor een pelgrimage. Voor ons is dit een facultatief onderdeel van de reis dat ik even oversla. Een slordige 5000(!) treden is iets teveel van het goede. Niemand binnen de groep voelt zich geroepen.

Het hotel is helaas van een andere klasse dan we tot nu hadden. Los van de creatieve kleurstelling is het eigenlijk gewoon oud en shabby. Ach, misschien zijn we wel verwend intussen. Het wordt waarschijnlijk een bijzondere nacht.

2016-02-14_12-14-082016-02-14_14-43-222016-02-14_14-39-11